Sinds wanneer zijn er beugels?

In de 7e eeuw voor christus bestond de beugel al. Het werd gebruikt door etrusken (die woonden in midden Italie) Veel mensen dachten dat ze het gebruikten voor de sier van de tanden.

In veel boeken staat dat Celsus ( een Romeinsche schrijver) de eerste orthodontist is. Hij leefde rond 25 jaar voor Christus. Hij schrijft in zijn boek "De Re Medicina" hierover.

De fransman Pierre Fauchart (1678-1761) is de eerste die de beugel een naam gaf: de bandelette. Dit was een gouden of zilveren strip die met zijden draden aan de tanden en kiezen werd vastgemaakt. Hiermee werd het gebit breder gemaakt.

De fransman Lefoulon gebruikte in 1839 als eerste het woord orthodontie. Dit is grieks en het woord betekend: orthos (recht) en oudos (tand). 

In het einde van de 19e eeuw is door Amerikaanse orthodontist Edward H. Angle de blokjes beugel en nog veel meer beugels uitgevonden. Hij werd vaak vader van de orthodontie genoemd. In 1887 schreef hij een boek over orthodontie en in 1900 startte hij de eerste opleiding tot specialist.

De voorloper van de beugel is de activator.

Sinds 1940 worden beugels die je in en uit kunt doen gemaakt van kunsthars een soort plastic.

Kingsley beschreef in 1866 ook als eerst buitenboord beugel met een kapje op het hoofd.

De buitenboord beugel in de nek werd door Kloehn in 1947 gepresenteerd.

In Nederland werd pas in 1953 de ortodontie erkend als specialisatie.

Beugels bestaan dus al heel lang!